zondag 3 april 2011

Metromania (Jan Ruward)


wanneer jozef K. de handen in zijn vale regenjas steekt, die zijn 
vermoeide schouders bedekt, ziet hij dat
de mensen in deze omgeving anders zijn. het zijn in het duister 
bezige wezens die het geruis van
hun aanwezigheid niet kunnen verbergen. onduidelijk hoe dit verder 
moet. hij is op zoek naar
een verband dat er niet lijkt te zijn. desniettemin. de Ondergrondse 
kan dingen duidelijk maken
wat bovengronds verborgen is. de top van de ijsberg. "mijn opdracht 
is een onmogelijke opdracht",
...
denkt jozef K. in het binnenste deel van zijn hoofd; zijn leven is 
dan ook onmogelijk en daardoor
per se onnodig. desniettemin ha ha nooit overbodig. jozef K. is de 
volmaakte buitenstaander en
voelt het onwaarschijnlijke, sterker nog het onmogelijke. de 
Ondergrondse is zijn werkterrein.
iedere avond om precies twintig uur betreedt hij het perron van 
pennsylvenia avenue.
het metrokaartje is gedateerd op 22 november 1893. jozef K. is 
vijfentwintig jaar oud,
werkt als bediende in een boekhandel, bewoont een eenvoudige kamer in 
East, is andraoïde



(briefkaart in serie van vier, bewerkt vanaf een foto uit tijdschrift 
met trichlooreteen
en handgeschreven tekst in Oostindische inkt met pen)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten