dinsdag 28 februari 2012

Wie is er bang voor de realiteit?

Een van de beste en meest interessante films uit de jaren zestig voor mij is toch wel Who’s Afraid of Virginia Woolf? Deze film uit 1966 is een perfect voorbeeld van een film, waarin de acteurs echt alle ruimte krijgen om te excelleren. En dat is opgemerkt in Hollywood, waar de film vele Oscarnominaties en de nodige Oscars in de wacht wist te slepen.
Who’s Afraid of Virginia Woolf?  is niet alleen een acteursfilm, maar ook een van de beste en meest bejubelde debuutfilms die ooit zijn verschenen. Regisseur Mike Nichols wist later in zijn carrière nog genoeg uitstekende films te maken, zoals het direct na deze film volgende The Graduate (1967), maar wist eigenlijk nooit meer het niveau te bereiken van dit debuut.

dinsdag 14 februari 2012

Martin Koeman overleden

Zondag 12 februari 2012 bereikte ons het droevige nieuws dat CFK medewerker Martin Koeman na een kort en hevig ziekbed is overleden. Ondanks het niet af te wenden noodlot bleef hij strijdbaar en opgewekt tot zijn laatste momenten. Jarenlang schreef Martin voor het CFK magazine over randverschijnselen en uitwassen van een verziekte maatschappij. Satanisme, 9/11 conspiracy, asociale Bilderberg kapitalisten… Het kwam allemaal in zijn typische analyserende, prettig leesbare schrijfstijl voorbij. We hadden graag meer artikelen van Martin geplaatst, maar helaas beschikte het lot anders. Ons medeleven gaat uit naar familie, vrienden en bekenden. Martin was een unieke persoonlijkheid en we zullen hem missen. Hij is slechts 50 jaar geworden.
De redactie


Requiem voor Martin Koeman
Nou ben je dood aan de Achilles van het leven.
Was het een samenzwering?
Die ene keer was bij Electron in Breda,
later de poging tot moord in je boek,
over de Dominicaanse republiek om daar
voor de rest van je leven niets meer te doen:

Maya, Rosa, Fabrice.
'Het is tien uur s'ochtends. De zon schijnt heerlijk.
Buiten de cel zijn de muren in dezelfde kleur geel geverfd
als mijn boekenkamer in Rotterdam.'
Hij zei: nou dan ga ik maar terug
naar Rotterdam.
Tijdelijk heb ik samengezweerd aan jouw Achilleshiel
en ik mocht genieten van
jouw intellect en flamboyante levenslust,
onze laatste dans was een zwanendans.
Morgen ga ik naar Tokyo
om je te ontmoeten bij het Japanse Louvre
voor de mooiste prent van Hokusai.
Dat is mijn liefde voor jouw vulkaan.

Jan Ruward

maandag 13 februari 2012

De fabriek

De mens was dan toch eindelijk bevrijd van het juk van de verplichte arbeid en het gebod te werken voor eten en beschutting. Sinds een paar decennia was een revolutie gaande in de geschiedenis van het menselijk bestaan. Een revolutie die begonnen was met de mechanisatie van het bestaan en na een spurt nu het eindpunt had bereikt met de definitieve en complete elektronisering van de gehele gemeenschap. De mens hoefde niets meer te doen. Alles werd gedaan door robots en computerprogramma’s. De mens was vrij, hoefde slechts te doen waar die zin in had. Het was de mensheid gelukt, zichzelf te bevrijden van zijn zelfopgelegde juk van dwang en vervreemding. Men genoot eindelijk van het leven.
De fabriek produceerde in een monotoon tempo, zoemde in de eindeloosheid der tijden, één met het heelal. Robots bewogen, computers berekenden, controleerden en corrigeerden. De fabrieksbaas somberde in zijn fabriek. Hij liep door de gangen, de werkplaatsen, hij keek uit over het geheel vanuit zijn kantoor. Hij keek naar het glanzend metaal en gepolijst plastic. Uren dwaalde hij door zijn immense fabriek. Deze persoon was alleen. Niemand tegen wie hij kon praten. Niemand die hij kon irriteren of uitfoeteren, of ontslaan zelfs. Niemand die bij hem zat te flemen of te flirten. Hij kon niemand iets misgunnen. De robots reageerden niet op zijn drift. Hij twijfelde aan zichzelf. Hij verlangde naar ploeterende mensen.
Emile Jonker
 

zaterdag 11 februari 2012

De wesp


Wanneer ik de sleutel in het slot van de voordeur steek, wordt het plots duizelingwekkend stil in mijn hoofd.
De gang is smal, de klok van mijn grootvader slaat zijn slagen. Het is middernacht en de gang kijkt me onverschillig aan, ik loop gehaast naar boven langs een trap in mijn geheugen.
De geopende deur van mijn kamer, daar beweegt zoals gewoonlijk niets.
Moe ga ik zitten, moedeloos zegt de krant dag. Als ik me zo zie zitten zou ik toch zeggen dat ik lees.
In elk geval heb ik de krant in mijn hand. Langzaam wrijf ik over de rug van mijn hand.
Ik rook een sigaret als iemand die verwacht dat iets gebeuren zal, de radio zet ik aan
want de stilte van mijn kamer bevalt me niet. Op de zender snijdt een langgerekte tonaliteit door de kamer,
de klanken van Stockhausen.
Ik loop drie passen van mijn schrijfburo naar de deur en daar komt uit de toekomst de reusachtige BBKing
binnen met whisky en zijn muze Lucille aan de hand. Hij kijkt naar de spiegel die breekt, het lijkt of slagregens
mijn schedel striemen.
Ik was gevallen in de waterval van de eenzaamheid van mijn kamer.
Nu besta ik weer om niet alleen te zijn in het gesticht van Stockhausen, alles wat telt is het verlangen naar haar,
om met Lucille te zijn. Die meneer van hiernaast heeft ze naar binnen zien gaan.
Het signalement van de bluesgitarist is bekend, maar dat van Lucille niet.
Volgens de hoofdcommissaris ben ik al sedert vrijdag 2011 vermist.
De grote wesp op het tafelblad kijkt niets vermoedend rond en in een razendsnelle beweging hak ik zijn kop eraf.
Hij at de suiker maar die valt meteen aan de achterkant van zijn kop uit de hals op het tafelblad,
terwijl zijn onderlijf al dood is, de levenskracht verdween uit het insect, en iedereen zal zeggen: hij is een beul, een moordenaar. De radio speelt nog Stockhausen wanneer ik in een diepe eeuwige slaap val, waar mijn kamer zich mij omringt met de strelende vrouwenhand van Lucille.
'De wesp vloog in de geopende mond tijdens de slaap van betrokkene. Hij stak in de keel, de wesp stierf zelf ook een gewisse dood. Het was geen doodslag maar noodweer.'
Zo stond in het politierapport van 2012.

Jan Ruward

maandag 6 februari 2012

Genieten in Rotterdam

Zes dagen mooie dingen gezien in Rotje Knor op het 41ste IFFR. Minder lange rijen dan anders, mede door de hogere entreeprijzen (11 euro voor een kaartje!). Maar met nog altijd 274 000 bezoekers blijft dit het grootste en beste filmfestival van ons land. Er viel weer veel te genieten. Een greep hoogtepunten uit het niet-commerciële aanbod.
'Clip'
De eerste film die ik zag was ‘Clip’, meteen een overdonderend debuut dat onder je huid blijft zitten. Een niets verhullend en rauw beeld van opgroeiende jeugd in Servië. Onvergetelijk, vooral door de zeer expliciete seks. Coming of age gaat niet zonder au, ook niet in Oost-Europa. Maar de psychische pijn in deze prent gaat wel erg ver. Terechte winnaar van de Tiger Award. In feite handelt het Spaanse ‘Iceberg ‘ over hetzelfde thema, maar dan op een meer poëtische, verstilde manier. De maker herschept zijn eigen jeugdherinneirngen langs een rivier. In het Chinese ‘Eggs and stone’ (die eveneens een Tiger Award won), wordt een pubermeisje op het platteland zwanger gemaakt door haar oom. Niks expliciete beelden, maar dromerige sfeerbeelden.
Erg indrukwekkend zijn de Russen. Zij scoren met zware films die blijkbaar in de volksaard zit verankerd. Allemaal films waar je niet vrolijk van wordt, maar die toch een snaar weten te raken. Neem ‘Living’ over het verlies van kinderen, van een geliefde en van een vaderfiguur. Of het niks is. Stuk voor stuk schrijnende gevallen, maar schitterend in beeld gebracht en sterk acteerspel. De dood hoort in Rusland meer bij het leven dan waar dan ook. ‘Heart’s boomerang’ gaat over een metrobestuurder met een ongeneeslijke hartkwaal in St. Petersburg. Melancholie ten top in treffend zwart-wit.

'Twilight portrait'
Meeste indruk maakte ‘Twilight portrait’ die net zo ongemakkelijk is als destijds ‘Gegen der Wand’. Het verhaalt over een sociaal werkster in Moskou die wordt verkracht en verliefd wordt op de dader. Lijkt ongeloofwaardig, maar dat is het zeker niet. Ze neemt wraak door de ongevoelige kloot liefde bij te brengen. De man verstoot haar telkens, maar zij blijft als een slaafse hond terugkomen. Liefde is iets anders dan romantiek. Keihard, maar je blijft kijken. Een topper.
Bijzonder is ‘Alps’ van de Griekse maker van ‘Dogtooth’. Een maf verhaal over een toneelgroep waarvan de leden de plaats innemen van gestorvenen. Dat levert rare en soms hilarische situaties op. Ook vreemd is ‘Unfair world’, eveneens uit Griekenland. Een politieman probeert op eigen houtje een rechtvaardige scheidsrechter te spelen in een oneerlijke wereld. Traag, maar met uitgelichte shots en dialogen die veel weg hebben van Aki Kaurismaki. (Van deze Fin ging het innemende sprookje ‘Le Havre’in première in Rotterdam. Bij het interview vooraf verscheen de filmmaker ladderzat op het podium. Hij kreeg geen fatsoenlijk antwoord over zijn lippen en werd door het publiek weggejaagd. Pijnlijk.)

'Sudoeste'
Van de Latino’s is mij bijgebleven ‘Sudoeste’. Een Braziliaanse film die kunstig twee tijdsperiodes ineen laat vloeien. De gebeurtenissen van één dag in een dorp. De hoofdrolspeelster beleeft in die periode echter haal hele levenscyclus, van de geboorte tot de dood. Het leven uit een dag. Op gigantisch groot cineramabeeld vertoond in korrelig zwart wit. Mysterieus en surrealistisch. ‘Jubilada’ is een andere film uit Latijns Amerika (Chili) die eruit springt. Over een meisje dat vroeger in pornofilms speelde en bij terugkeer naar haar geboortedorp wordt verstoten, behalve door haar zus en vader. Voor de betere Latino’s moet je toch echt in Utrecht zijn, op het Latijns Amerikaans Film Festival (18-27 april).

Zeer innemende film tenslotte is ‘L’hiver dernier’ van een Amerikaanse Belg. Fraai gefotografeerd portret van een jonge veeboer die weigert mee te doen met de moderne ratrace in de landbouw. Hij neemt liever de tijd om met zijn beesten buiten te zijn, één met de natuur. Tegelijk zorgt hij voor zijn zus die geestelijk in de war is. Hij houdt dat niet vol en moet dat op het eind bezuren. Vooruitgang, nietwaar. Realistisch tot op het bot.
Peter de Jaeger