zaterdag 11 februari 2012

De wesp


Wanneer ik de sleutel in het slot van de voordeur steek, wordt het plots duizelingwekkend stil in mijn hoofd.
De gang is smal, de klok van mijn grootvader slaat zijn slagen. Het is middernacht en de gang kijkt me onverschillig aan, ik loop gehaast naar boven langs een trap in mijn geheugen.
De geopende deur van mijn kamer, daar beweegt zoals gewoonlijk niets.
Moe ga ik zitten, moedeloos zegt de krant dag. Als ik me zo zie zitten zou ik toch zeggen dat ik lees.
In elk geval heb ik de krant in mijn hand. Langzaam wrijf ik over de rug van mijn hand.
Ik rook een sigaret als iemand die verwacht dat iets gebeuren zal, de radio zet ik aan
want de stilte van mijn kamer bevalt me niet. Op de zender snijdt een langgerekte tonaliteit door de kamer,
de klanken van Stockhausen.
Ik loop drie passen van mijn schrijfburo naar de deur en daar komt uit de toekomst de reusachtige BBKing
binnen met whisky en zijn muze Lucille aan de hand. Hij kijkt naar de spiegel die breekt, het lijkt of slagregens
mijn schedel striemen.
Ik was gevallen in de waterval van de eenzaamheid van mijn kamer.
Nu besta ik weer om niet alleen te zijn in het gesticht van Stockhausen, alles wat telt is het verlangen naar haar,
om met Lucille te zijn. Die meneer van hiernaast heeft ze naar binnen zien gaan.
Het signalement van de bluesgitarist is bekend, maar dat van Lucille niet.
Volgens de hoofdcommissaris ben ik al sedert vrijdag 2011 vermist.
De grote wesp op het tafelblad kijkt niets vermoedend rond en in een razendsnelle beweging hak ik zijn kop eraf.
Hij at de suiker maar die valt meteen aan de achterkant van zijn kop uit de hals op het tafelblad,
terwijl zijn onderlijf al dood is, de levenskracht verdween uit het insect, en iedereen zal zeggen: hij is een beul, een moordenaar. De radio speelt nog Stockhausen wanneer ik in een diepe eeuwige slaap val, waar mijn kamer zich mij omringt met de strelende vrouwenhand van Lucille.
'De wesp vloog in de geopende mond tijdens de slaap van betrokkene. Hij stak in de keel, de wesp stierf zelf ook een gewisse dood. Het was geen doodslag maar noodweer.'
Zo stond in het politierapport van 2012.

Jan Ruward

Geen opmerkingen:

Een reactie posten