dinsdag 16 augustus 2011

Communiceren via de kat

De Franse film staat bij velen nogal eens synoniem voor subtiliteit en voor films waarin tamelijk wat af wordt gecommuniceerd. De liefde en relaties staan hierbij vaak centraal. Denk bijvoorbeeld aan de films van Eric Rohmer (Ma Nuit chez Maud, Le Rayon Vert), maar ook aan werkjes als die van Claude Sautet (Les Choses de la Vie, César et Rosalie, Un Coeur en Hiver).
Ook het kleine, relatief onbekende Le Chat uit 1971 van Pierre Granier-Deferre (1927-2007) valt te plaatsen binnen deze categorie van films waarin relatieperikelen centraal staan. Echter, er is één groot verschil: waar in bovenstaande voorbeelden communicatie zich toont in de vorm van oeverloos gepraat, kenmerkt de communicatie zich in Le Chat vooral in de vorm van veelzeggende stiltes en zwijgende blikken. Daarmee is Le Chat typisch zo’n film waarin zich meer afspeelt dan op het eerste oog zichtbaar is, en wiens subtiele karakter zich vooral openbaart aan de oplettende kijker.

In het kort vertelt Le Chat het verhaal van twee op leeftijd zijnde individuen, Julien en Clemence Bouin, Dit koppel is na een huwelijk van ruim 25 jaar behoorlijk uit elkaar gegroeid. Wat heet; de twee kunnen elkaar nog amper verdragen en uitstaan, zo lijkt het.
Dit verhaal wordt op fraaie wijze, via een flashbackstructuur, voorgeschoteld aan de kijker. Centraal hierbij staat het uitmuntende acteerwerk; de belangrijkste reden waarom Le Chat zo’n geslaagde film is geworden. Niemand minder dan twee van de grootste Franse sterren van de afgelopen eeuw, Jean Gabin en Simone Signoret, vertolken hier de hoofdrollen in deze speelfilm, welke overigens een verfilming is van een boek van Georges Simenon, ook al zo’n grootheid. Gabin had al grote faam gemaakt met klassiekers als Pepe Le Moko, Quai des Brumes, Le Jour se leve en La Grande Illusion. Signoret kennen we eveneens van zulke grootse films als La Ronde, Casque d'Or en Les Diaboliques en tevens als de eerste niet-Amerikaanse winnaar van de Oscar voor Best Actress (voor haar rol in Room At The Top). Het zijn deze twee monstres sacrés die van Le Chat echt een klassefilm weten te maken, zonder dat ze daarvoor veel tekst nodig hebben overigens. Gabin en Signoret weten met hun markante kop, hun uitstraling en hun subtiele lichaams- en gezichtsuitdrukkingen al genoeg op de kijker over te brengen. En áls ze dan eens tekst gebruiken, is het ook meteen raak in Le Chat.
De verstoorde relatie tussen de twee hoofdpersonen wordt al snel duidelijk in het begin van de film. Bij het doen van de dagelijkse boodschappen gaat de een de winkel pas in als de ander dezelfde winkel weer verlaten heeft (let op de blik van Julien als Clemence een fles sterke drank inslaat), ze lopen netjes achter de ander op ruime afstand van elkaar en als Clemence het huis weer binnen wil, heeft Julien net de deur achter zich dicht gedaan. Het zijn dit soort acties waardoor je al snel het idee hebt welke kant het in Le Chat opgaat.
Vooral in huis, een oud en schattig klein huisje dat als enige van de straat nog overeind staat en binnenkort ook zal worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw, is goed te zien hoe de relatie tussen Julien en Clemence na 25 jaar huwelijk is gedaald naar absolute dieptes. Zo zien we ze na het doen van de boodschappen gelijktijdig maar apart van elkaar hun middagmaal voorbereiden, dat ze daarna, zwijgend, apart van elkaar opeten; ieder gezeten aan een eigen tafeltje in het kleine keukentje. Ook slapen doen ze apart, ieder een eigen bed. En het wordt helemaal schrijnend om te zien hoe Julien communiceert met zijn vrouw: door het schrijven van korte berichtjes op een velletje papier, dat vervolgens als propje naar Clemence wordt gegooid.
Ondanks dat ze alles zo’n beetje apart van elkaar doen, verliezen ze de ander nooit uit het oog, nieuwsgierig naar wat de ander onderneemt. Het is dan ook niet zo dat er alleen maar sprake is van haat. Onder die laag valt er nog steeds wel enig gevoel van, laten we het een vertrouwd soort verbondenheid, noemen.
Dit valt goed te zien in de momenten dat Julien zijn vriendin, tevens minnares, ontmoet.
En het verhaal met de kat? Tja, dit arme beest krijgt zonder het te weten de hoofdrol toebedacht doordat de man des huizes zijn liefde niet meer op zijn vrouw, maar op deze kat projecteert. Clemence wordt daar zo jaloers om dat ze deze kat niet alleen begint te haten, maar dat ze zich zelfs verslikt in een meer rigoureuze maatregel om haar man op de een of andere manier te raken. Wat dat is verklap ik niet; wel dat deze toch al sombere, donkere film geen al te vrolijk einde kent.
Le Chat

Martijn Flamman
lijkt vanwege zijn sombere karakter niet voor iedereen weggelegd, maar is alleszins een aanrader te noemen voor bijvoorbeeld liefhebbers van uitstekend acteerwerk en van karakterrollen bij uitstek (niet voor niets wonnen zowel Gabin als Signoret een Zilveren Beer tijdens de Berlinale van 1971). En, het moet gezegd worden, er zijn weinig films die op zo realistische wijze de complexiteit van relaties en liefde zo mooi hebben weten vast te leggen als deze onbekende klassieker. Het is juist dit realisme dat de film doet uitstijgen boven het gros van zijn collega-films die het onderwerp van de liefde aansnijdt.
Deze situatie is langzaam aan ontstaan. Het gaat echter pas echt mis als Julien een jonge zwerfkat op straat vindt en deze mee naar huis neemt. Vanaf dat moment richt de affectie van Julien zich vooral op de wollige nieuwkomer in het huis en ontwikkelt de afkeer van Clemence zich gedurende de jaren zich tot een diepe haat jegens haar man. Ze hebben geen seks, maar praten vooral. Praten over Clemence. Altijd is zij het onderwerp; scheiden lijkt voor Julien geen optie; klagen des te meer. En ook Clemence, ooit een circusartieste voordat ze door een val licht gehandicapt raakte en haar carrière gedag moest zeggen, lijkt niet genegen om haar man te verlaten, hoewel ze naar eigen zeggen wel die kans heeft gehad. Het zou dus zomaar kunnen dat er achter die sleur en die haat nog een klein beetje liefde voor elkaar verscholen zit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten