donderdag 17 november 2011

Thuis bij het raam

Het behang hangt tussen zwart laken en geel. De vaas pakt de vrachtwagen in de lucht. Flatgebouwen maaien gemoedelijk met een vriendin. De warmte gaapt de ogen dicht van het tapijt. In de pan sudderen wolken van het geluid. Het geluid. Hetzelfde geluid. Gepiep krampt gezamenlijk het avondeten. Wachten als de spin bij een stoplicht en zwart en wit en rood en groen, piept, nu anders. Grijs fleemt met de wolken. De straat spreekt auto’s en met de stoep die stinkt naar hond. Vitrage bevriest in de bewegingsloze ruimte. De bomen lopen weg en kijken naar gelakte nagels van vlees. De zon wappert verfrommeld papier in een kraan. De doos stapelt zichzelf naar de lamp. Gestommel dondert naar beneden. Helemaal. De ochtendjas, chinois, kruipt rollend over de vensterbank. Tegenover de radio staat de tas onder de plant te regenen. De rode loper trapt wit naar buiten. Sprietjes spatten met bloemblaadjes. Dof. Over de lavendel in de stoel schijnt de grijze sok. De openheid van de deur, de gordijnen, het raam kijken naar mij. Bakjes en stenen horen de echo’s van het verleden uit de auto’s. Water schrijft blauwe lucht. Geklop praat. Kaars. Verwarmingsbuizen hollen het licht achterna in plastic zakjes, waarvan de inhoud onzichtbaar is. Klerenhangers zoeken schaduw. Het bed is leeg. Groen.
 
Emile Jonker

Geen opmerkingen:

Een reactie posten